Tussen saamhorigheid en geborgenheid, idealisme en verdienmodellen

Deel 2: Wooncoöperatie De Warren: “Een klein en open dorp, in de stad”

Het is een roerige tijd voor de wooncoöperatie in Nederland. Onlangs is er door de Tweede Kamer gestemd vóór de uitbreiding van een landelijk fonds voor wooncoöperaties. Er wordt 40 miljoen gereserveerd om deze woonvorm mogelijk te maken en kennis te verspreiden. Het onderzoek van wetenschapper Darinka Czischke naar collectieve woonvormen, waaronder wooncoöperaties, heeft geleid tot de recent verschenen publicatie Together. En sinds een paar maanden is de eerste zelfbouw-wooncoöperatie van Amsterdam opgeleverd, De Warren. Dat er momentum is ontstaan voor wooncoöperaties is zeker, maar wat is dit voor woonvorm? In dit artikel onderzoek ik De Warren, waarvoor ik contact had met bewoonster Loulou Kapteijns (1994). Loulou is sinds een half jaar voor de oplevering van het gebouw in maart 2023 betrokken geraakt bij De Warren en woont daar in een woongroep met een eigen kamer van 20m2.

Een wooncoöperatie is niet zozeer één woonvorm, maar eerder een organisatievorm waarbij een groep mensen een ideëel samenwerkingsverband aangaat voor huisvesting. Bewoners verenigen zich om samen huurwoningen te bouwen en/of in beheer te hebben, zonder winstoogmerk. De bewoners maken afspraken over of, en in welke mate, ze ruimtes en voorzieningen met elkaar delen, over het innen van de huren en het aannemen van nieuwe bewoners. In de Nederlandse Woningwet is sinds 1 juli 2015 de mogelijkheid tot het oprichten van een wooncoöperatie opgenomen. In het buitenland bestaat de constructie van de wooncoöperatie al langer. Duitsland en Zwitserland kennen al een lange traditie van wooncoöperaties. Hier ontstonden in het midden van de 19e eeuw de eerste vroege concepten voor coöperatieve woonvormen voor de woningbouw, als reactie op de dure en overvolle woningen in de snelgroeiende steden. De wooncoöperatie kan leiden tot verschillende woonvormen, zoals een Ecodorp Boekel of de christelijke woongemeenschap Overhoop in Utrecht. De gemeenschappelijkheid van wooncoöperaties zit hem vooral in het initiatief dat bij een bewonersgroep ligt en in het gezamenlijk organiseren van de zaken rondom het wonen, maar hoe het wooncomplex wordt ontworpen ligt vrij.

Op het Amsterdamse Centrumeiland in IJburg is in de voorjaar van 2023 het wooncomplex van wooncoöperatie De Warren opgeleverd. Het ontwerp is begeleid door Boris Zeisser en Anja Verdonk van Natrufied Architecture, in samenwerking met bewoners. Het gebouw omvat een wooncomplex van vijf verdiepingen, bestaande uit een houten draagconstructie met houten gevelbekleding. Er zijn 36 huurwoningen in het sociale en middeldure segment gerealiseerd, met daarbij een groot auditorium, een multifunctionele ruimte, een speelkamer voor kinderen, een muziekstudio, een aantal werkplaatsen, een meditatieruimte, een kas, een dakterras en verschillende gemeenschappelijke woonkamers en keukens. Iedere verdieping vormt een woongroep en beschikt over een grote gemeenschappelijke keuken. Bewoners hebben een eigen wooneenheid, van kamer (‘Free Willy’, 20m2) of studio tot gezinswoningen met drie slaapkamers van gemiddeld 65 m2. De huurprijzen voor de appartementen liggen tussen de 400, en 1000,- per maand.

De bewoners, ook wel Warrenaren genoemd, streefden naar een sociaal én duurzaam gebouw. Sociaal in de vorm en in de prijs, een woongebouw met betaalbare huurwoningen voor een actieve gemeenschap. Naast het delen van gemeenschappelijke ruimtes en het dragen van gezamenlijke verantwoordelijkheid, richt De Warren zich op duurzaamheid. Het woongebouw is in houtbouw uitgevoerd met aandacht voor klimaatbestendigheid, circulariteit en energiezuinigheid. Er is met zoveel mogelijk hernieuwbare en gerecyclede bouwmaterialen gewerkt om de CO2-footprint van het gebouw te beperken, en het gebouw is zelfvoorzienend in energie door middel van ‘energieheipalen’ en een warmtepomp. De gevel is opgetrokken uit gerecyclede hardhouten meerpalen. Het is een speels ontwerp geworden met een uitstekende kroon van latten boven de entree-hoek, afwijkende sheddaken en houten vakwerk dat later – volgens de render – begroeid zal raken met planten. Het ontwerp wijkt af van de omringende bouwblokken en in het algemeen van de huidige manier van ontwerpen. Dat hier anders gewoond wordt, is duidelijk.

Saamhorigheid

De Warren is ontstaan vanuit een vriendengroep die sinds 2012 bij elkaar komt om kleine culturele evenementen te organiseren en de zomers door te brengen op een boerderij in Zuid-Portugal. De groep is nauw op elkaar betrokken en wilde een woongebouw om hun collectief te verzegelen. In het ontwerp heeft gemeenschappelijkheid en saamhorigheid een grote rol gespeelt, al vanaf het begin af aan. Met behulp van thematische workshops en vele vragenlijsten werden de voorkeuren van de bewoners inzichtelijk gemaakt. Tijdens die sessies werd nadrukkelijk geen ontwerp gepresenteerd waarop de bewoners vervolgens konden reageren en het was ook niet de bedoeling om het uiteindelijke ontwerp perfect aan ieders individuele woonwensen te laten voldoen. Het heeft geleid tot een ontwerp waarin 30% van het totale oppervlak voor gemeenschappelijk gebruik is. Een van de doelstellingen was om het gebouw in te richten zodat er kleinere gemeenschappen kunnen ontstaan. Iedere verdieping vormt een woongroep waarbij er kleinere kamers en studio’s rond een gedeelde woonkeuken zijn gesitueerd, en de grotere appartementen met meerdere slaapkamers voor gezinnen in de luwte liggen. De nadruk ligt echter op de collectieve entree annex woonzaal, die vanaf alle verdiepingen te zien is en waarvan het exterieur is opengewerkt met een grote glazen gevel. Van binnen is de beoogde associatie die van een “houten kathedraal”, volgens de website van De Warren. Het is de lichtste ruimte van het gebouw, voor grote en kleine samenkomsten geschikt, maar ook om te werken en te spelen en bewoners op de trap te ontmoeten. Bewoonster Loulou had verwacht dat het met 50 mensen erg druk zou worden. ‘Ik had zelfs nog wel meer drukte verwacht in de woonzaal bij binnenkomst. Nu is het toch best vaak leeg en donker als ik thuiskom’.

De grote woonzaal met trap naar de woningen

De wens naar saamhorigheid reikt verder dan alleen in het voordeel van de eigen bewoners. De Warren wil een ‘klein en open dorp, in de stad’ zijn, niet alleen voor de eigen bewoners maar ook voor de buurtbewoners. De ambities zijn hoog, zoals blijkt uit de tekst op de website: ‘De voorzieningen kunnen en zullen breder gedeeld worden dan alleen binnen het pand. Om te komen tot een gevoel van gemeenschap wil de Warren een trekkersrol op zich nemen om de buurt te betrekken via evenementen en placemaking gericht op alle doelgroepen in het gebied.’ Het is een ambitieuze verweving van sociale groepen en functies. Daarmee zal de openbaarheid dieper in de eigen woonsfeer komen. In Privacy en Publicity (1994, pp. 7-8, vertaling Andrea Prins) stelt architectuurhistorica en -theoreticus Beatriz Colomina dat ‘openbaar’ niet alleen begrepen hoeft te worden als het plein, het hofje of de straat, maar dat ‘openbaar’ het publiek zelf is. In een boekbespreking, Architecture as a Narrative Medium (2002), stelt Christine Bucher vervolgens: ‘Is het de private ruimte van eenzaamheid en anonimiteit, of is het een verlengstuk van het openbare leven van spektakel, vertoning en beweging. Ontsnapt thuis aan de wereld of wordt het een deel ervan?’. Een klein stukje dorp in de stad betekent voor de Warren een grote verweving van functies op een beperkt aantal vierkante meters, in een stad die van zichzelf óók al een verwevenheid van functies en complexiteit beschikt.

Geborgenheid

Geborgenheid is een lastig te vatten gevoel dat niet voor iedereen hetzelfde zal betekenen. Is geborgenheid hetzelfde als privacy, of heeft het ook te maken met je thuis voelen met de mensen om je heen? Niet iedereen zal zich geborgen voelen in een studentenhuis, terwijl menig student met plezier in zo’n huis kan wonen. Er zijn ook mensen die het liefste alleen wonen, terwijl anderen zich daar eenzaam door voelen. Het hangt dus voor een groot deel samen met behoeftes. De bewoners van de Warren zullen naar alle waarschijnlijkheid veel geborgenheid vinden in het sámen wonen en samen regelen. Wat betreft privacy, het kunnen terugtrekken om op jezelf te zijn, stelt bewoonster Loulou dat ze had verwacht haar kamer wat klein te vinden. ‘Maar omdat het gebouw zoveel ruimtes heeft valt het mee hoeveel ik in mijn eigen ruimte ben.’ Daarvoor in de plaats maakt ze graag gebruik van de woonzaal in de ochtend, het kantoor om te werken en het dakterras. Wel mist ze een plek waar ze afgezonderd met haar eigen vrienden buiten de Warren kan eten zonder gestoord te worden. Wanneer we kijken naar geborgenheid als vertrouwdheid met de plek en de bewoners, dan geeft de opzet van De Warren met gemeenschappelijke ruimtes en een opzet in woongroepen, veel gelegenheid om medebewoners te leren kennen. Loulou vertelt hierover: ‘Ik had verwacht dat er meer moeilijkheden zouden zijn in het samenwonen met mijn verdieping. Tot nu toe gaat dat erg goed. We hebben een stabiele, lieve en respectvolle verdieping waar ik steeds meer mijn plekje vind.’ Ze is in het gebouw verantwoordelijk voor de brandveiligheid. Ook heeft ze een ‘meditation circle’ opgezet.

Wat zal er gebeuren met ieders gevoel van geborgenheid wanneer de eerste bewoners vertrekken en er plaats komt voor nieuwe bewoners? Wat zal de omloopsnelheid zijn, en hoe goed zullen de nieuwe bewoners meegaan in het concept van De Warren? Voor de kleinste kamers is het gebruik van de gemeenschappelijke ruimtes onontkoombaar. Architect Anneloes de Koff benoemt in het artikel ‘De Warren nader bekeken’ op Archined dat de ruimtelijkheid van de woningen niet overal even kwalitatief is. ‘Vanwege de compactheid [van het gebouw] zijn compromissen gesloten die ten koste gaan van logica en comfort in de plattegrond-indeling. Zo komen badkamers inclusief toilet soms midden in de woonkamer uit, of recht tegenover het keukenblok. Het ontbreekt in alle woningen aan entree- en nachthallen, waardoor het risico op geluidsoverlast groot is, en sommige woningen hebben langwerpige woonkamers van 2,8 meter breed.’

Besluit

De kracht van het collectief, dat is wat De Warren uitdraagt. De Warren, als gemeenschappelijke woonvorm met woongroepen en opgericht als wooncoöperatie, stuurt sterk aan op saamhorigheid tussen bewoners. Loulou schrijft dat het een ‘bijzondere, leerzame en unieke ervaring is om in De Warren te wonen met deze samenstelling van mensen, in dit pand op deze locatie.’ Ze leert veel over zichzelf en laat zich graag inspireren door haar medebewoners. Het is ook intimiderend, maar wel iets waar je blij van kan worden en wat je activeert.

Wanneer we het project bekijken in het licht van saamhorigheid en geborgenheid, lijkt de Warren aan te spreken op dezelfde sfeer als Centraal Wonen-projecten uit de jaren zeventig en tachtig. Loulou schrijft dat ‘het idee dat wanneer één iemand een boormachine heeft, er direct 50 mensen een boormachine hebben’ haar erg aansprak. Deze uitspraak dreef voor een belangrijk deel ook de Centraal Wonen-projecten en is een terugkerend argument voor gemeenschappelijke woonvormen. Een verschil met de Centraal Wonen-projecten is dat in de Warren niet iedereen over een volledig zelfstandige woning beschikt, waardoor gebruik van gemeenschappelijke ruimtes een noodzaak wordt. Dat zou het gevoel van geborgenheid en saamhorigheid op den duur onder druk kunnen zetten, maar evenwel tot een levendige, rijke en dynamische woongemeenschap kunnen leiden. Kortom, een project – dat tot stand is gekomen onder een nieuwe generatie, in een ander tijdperk met andere behoeftes, en is gebouwd in een andere architectuur – dat het waard is om in de gaten te houden!